De geschiedenis van grafstenen

De geschiedenis van grafstenen

Het gebruik van grafstenen is al heel eeuwenoud. Eigenlijk bestaan grafstenen al zo lang als er mensen begraven worden. Dit betekent overigens niet dat men altijd al heeft begraven. Dit gebruik werd Nederland pas algemeen sinds de 8e eeuw na Christus. Tot die tijd werden mensen na hun dood  meestal verbrand en werd men slechts bij hoge uitzondering begraven. Van de mensen die wel werden begraven kunnen we nog steeds sporen terugvinden in het landschap, de zogenaamde ‘Hunebedden’. Deze grafstenen lijken overigens helemaal niet op de stenen die we vandaag de dag gebruiken. De stenen van de Hunebedden wogen met gemak duizenden kilo’s. Ook werden er bij de Hunebedden niet één maar vaak vele mensen begraven.

Begraven én cremeren tot 785 n. Chr.

De Hunebedden zijn een goed voorbeeld van vroege begrafenisgebruiken in Nederland. Toch werden er tot de 8e eeuw relatief weinig mensen begraven. De meeste mensen werden na het overlijden verbrand. Hiervoor waren meerdere redenen. Om te beginnen de heidense  gebruiken. Het christendom had zijn intrede wel gedaan, maar daarnaast bleven de oude Germaanse religies een belangrijke rol spelen. In deze religies geloofden men dat de ziel alleen vrij kon komen wanneer het lichaam volledig werd vernietigd. Een verbranding was daarom noodzakelijk. Daarbij komt dat het aanleggen van graf kostbaar was. De gewone man zonder rijkdom of status kon zich dit niet veroorloven en werd daarom ‘goedkoop’ gecremeerd. Ten slotte golden er nog geen wetten met betrekking tot begrafenisrituelen. Daarom mocht men zelf bepalen of men een lichaam cremeerde of begroef.

Begraven na 785 n. Chr.

In de achtste eeuw kwam Karel de Grote aan de macht. Hij bracht een groot rijk samen, centraliseerde de macht en voerde wetten in. Hij was een groot pleitbezorger van het christendom. Binnen het christendom achtte men het verbranden van de doden een heidens gebruik. In 785 na Christus vaardigde Karel de Grote daarom een wet uit die het cremeren verbood. Vanaf 785 werd begraven dus de norm. En vrijwel meteen zien we dat de grafmonumenten, gedenkstenen -en decoraties zijn intrede doen. Het ‘aankleden’ van een graf was vermoedelijk een manier om te rouwen en de overledene iets langer ‘vast te houden’. Daarnaast bood het graf de nabestaanden een plaats om de overledene te gedenken en te eren.

Grafstenen tot de 19e eeuw

De grafstenen zoals we die nu kennen bestaan pas sinds de 19e eeuw. De bewaard gebleven grafstenen en zerken van voor die tijd zijn vaak zeer uitbundig en rijk gedecoreerd. Dit heeft alles te maken met de rijkdom en de status van de overledene. Tot de 19e eeuw konden alleen de rijken zich zulke ‘duurzame’ en mooie graven veroorloven. Gewone burgers en boeren zaten hier dan ook nooit tussen. De rijke middenstand had vaak alleen voldoende geld om een graf en een steen te huren. Zodra zij niet meer betaalden werd het graf geruimd en aan een ander verhuurd. De naam van de nieuwe ‘eigenaar’ werden dan bijgezet op de oude grafsteen. Het gevolg hiervan was dat er vaak wel vier tot vijf namen op de steen stonden, terwijl er toch maar één lichaam lag begraven.

Grafstenen anno nu

Vanaf de 19e eeuw werden grafmonumenten steeds minder een uiting van status, rijkdom en macht. Vandaag de dag is het graf vooral een plaats die het leven van de overledene op een goede manier moet representeren. Daarom vinden we het belangrijk dat het graf er netjes uitziet en goed verzorgd is. Ook kiezen steeds meer mensen ervoor om het graf wat persoonlijker te maken door middel van bijvoorbeeld een portret op de steen of een andere decoratie die te maken heeft met de overledene.