Natuursteen Gedenktekens
Gedenktekens worden gebruikt om herinneringen vast te leggen aan personen of gebeurtenissen. Al in de oertijd werden natuurstenen keien gebruikt om een graf te beschermen en te markeren. De hunebedden zijn daarvan een goed voorbeeld. Een graf is de plek voor nabestaanden om naar terug te kunnen keren.
De herinnering aan een dierbare wil iedereen op zijn eigen manier vormgeven. Met de vorm van het gedenkteken kan iets worden verteld over de overledene: zijn of haar leven, werk of geloofsovertuiging. Daaraan kan informatie worden toegevoegd met teksten, data, decoraties, symbolen, afbeeldingen of foto’s.
Voor een gedenkteken zijn verschillende namen in omloop, zoals gedenksteen, grafsteen, grafmonument, grafplaat of zerk.
De manier waarop wij overledenen gedenken heeft zich door de eeuwen heen ontwikkeld. Zo werd er lange tijd begraven in de kerk, later op een kerkhof of een gemeentelijke begraafplaats. Vroeger werden die buiten de bebouwde kom aangelegd, maar de laatste decennia steeds meer erin (er is steeds minder sprake van een ‘doodstaboe’). Ook de vormgeving van gedenktekens en de gebruikte teksten en symboliek zijn steeds meeveranderd met de heersende opvattingen.
Door de eeuwen heen is natuursteen veruit het meest gebruikte materiaal gebleven voor het maken van gedenktekens. Het wordt nog steeds gekozen vanwege het waardige en tijdloze uiterlijk, dat harmonieert met de natuur. Bovendien is natuursteen bestand tegen weer en wind en wordt het na vele jaren ‘mooi oud’.
Cremeren
Na een crematie wordt de as meestal bewaard in een urnengraf of een urnenmuur. In een urnengraf wordt de urn begraven en is er ruimte voor een klein gedenkteken. Zowel voor de urn als voor het gedenkteken wordt vaak natuursteen gekozen. In een urnenmuur wordt de as in een natuursteen sierurn geplaatst, vaak is er ruimte voor een klein naamplaatje. Steeds minder mensen kiezen voor het (naamloos) verstrooien van de as.